Het ontstaan van Kiewie

Kiewie is ontstaan uit liefde, vriendschap en inclusie.
Martje van Bommel heeft een grote broer: Bert. Bert is anders dan andere kinderen, hij heeft een handicap.
Bert gaat 'uit huis' wanneer hij de puberteit bereikt. Samen met andere kinderen gaat hij wonen bij St. Zelo.
De klasgenoten van Martje vragen of zij ook 'weg' moet. Martje vindt dit lastig, haar broer moest niet weg!
Hij is ergens anders gaan wonen zodat hij beter geholpen kon worden.
Martje wil haar klasgenoten graag vertellen over haar bijzondere broer Bert.
Zij besluit een presentatie te geven: 'Ik ben bijzonder, jij bent bijzonder'
Martje vertelt de klas over haar broer, wat hij leuk vindt, wat hij goed kan en waarom hij bijzonder is.
Haar klasgenoten zijn zeer nieuwsgierig geworden naar deze bijzondere jongen en willen hem graag ontmoeten.
Aan het eind van de presentatie, komt Bert de klas binnen.
Dat was toch wel even schrikken: Hij was heel groot, zat in een rolstoel en deed heel gek!
Nadat de klas even had kunnen wennen is er uitgelegd dat dit de jongen is uit de presentatie. Welke dingen hij leuk vindt en welke dingen hij wel en niet kan. Dat de klas schrok van de grote jongen in de rolstoel was niet vreemd, de meeste van hen, hadden waarschijnlijk nog nooit iemand met een beperking gezien. Vervolgens hebben de kinderen en Bert met elkaar gespeeld. De kinderen waren snel aan Bert gewend en zagen zelfs de rolstoel na een tijd niet meer.
Zij vonden het vooral heel leuk om samen te spelen.
Wilma van Bommel, de moeder van Bert en Martje, zou graag zou willen dat kinderen met een beperking niet meer
'gek' of 'raar' of eng gevonden worden. Daarom bedacht zij in samenwerking met Oldien Voets het Kiewie-project.
'Kiewie is een vogel die niet kan vliegen,
Kiewie is anders dan alle andere vogels en
daarom kan hij moeilijk vriendjes maken.
Gaan jullie Kiewie helpen om nieuwe vriendjes te maken?'
Het Kiewie-project is een participatieproject dat zich nu nog richt op kinderen in groep 4/5 van de basisschool.
Kiewie staat voor: Leren, Ontmoeten, Spelen en Verbinden.
Het doel van het project is basisschoolkinderen kennis te laten maken met kinderen met een beperking.
Dit doen we door een educatief programma en een ontmoeting te organiseren.
Het verhaal van Kiewie gaat over een vogeltje dat niet kan vliegen. Doordat hij anders is dan de andere vogels, is het moeilijk om vriendjes te maken. Kinderen met een beperking zijn ook anders dan andere kinderen.
Vaak worden zij op jonge leeftijd uit het regulier onderwijs geplaatst, maar moeten vervolgens als zij ouder zijn, wel participeren in de maatschappij. Het gevolg is, dat de maatschappij niet goed weet hoe zij om moeten gaan met mensen met een beperking.Kinderen staan aan het begin van de bouw van onze maatschappij. Het is van belang dat we de kloof dichten die ontstaat tussen deze twee werelden van 'met' en 'zonder' beperking. Dit is in het bijzonder van belang voor gezinnen die te maken hebben met beide werelden. Nu kunnen kinderen vaak moeilijk praten over een broer of zus met beperking. Onbegrip, angst en pestgedrag komt hier vaak uit voort.
Kiewie wil de kinderen graag leren over een beperking, dat er andere manieren zijn om met elkaar te communiceren en dat de ontmoeting met de kinderen die bijzonder zijn ook heel veel mooie momenten kan opleveren.
Deze inleiding van het Kiewie-project eindigt dan ook met een verhaal over een dergelijke ontmoeting:
‘In een huis voor jongeren met een beperking woont een jongen.
Hij kan niet praten en hij kan ook niet goed tegen drukte of heel veel verandering.
Vriendjes maken is voor hem erg moeilijk.
De basisschool komt, vanuit het Kiewie-project, met een groepje kinderen bij hem op bezoek.
Het is mooi weer, dus gaan ze lekker buiten spelen.
De jongen vindt buitenspelen erg leuk en hij wil dan graag de kippen voeren.
Vandaag gaat hij de kippen ook voeren. Een jongen van de basisschool is ook dol op kippen en gaat bij hem zitten.
De jongen die 'normaal geen contact legt', kijkt de jongen van de basisschool aan en glimlacht.
Zij delen een handje kippenvoer en lachen samen om de streken van de kippen.
Een bijzonder moment, van saamhorigheid, plezier en vriendschap.
Dit maakt het verschil.’
Daarom is het Kiewie-project zo belangrijk. Een kind is eerlijk en oprecht en kan door de beperking heen kijken. Dat maakt dat het Kiewie – project een prachtig maar ook zeer belangrijk educatie en participatiemiddel is. Iedereen mag meedoen en iedereen mag er zijn.
Leren, Ontmoeten, Spelen en Verbinden
Martje van Bommel heeft een grote broer: Bert. Bert is anders dan andere kinderen, hij heeft een handicap.
Bert gaat 'uit huis' wanneer hij de puberteit bereikt. Samen met andere kinderen gaat hij wonen bij St. Zelo.
De klasgenoten van Martje vragen of zij ook 'weg' moet. Martje vindt dit lastig, haar broer moest niet weg!
Hij is ergens anders gaan wonen zodat hij beter geholpen kon worden.
Martje wil haar klasgenoten graag vertellen over haar bijzondere broer Bert.
Zij besluit een presentatie te geven: 'Ik ben bijzonder, jij bent bijzonder'
Martje vertelt de klas over haar broer, wat hij leuk vindt, wat hij goed kan en waarom hij bijzonder is.
Haar klasgenoten zijn zeer nieuwsgierig geworden naar deze bijzondere jongen en willen hem graag ontmoeten.
Aan het eind van de presentatie, komt Bert de klas binnen.
Dat was toch wel even schrikken: Hij was heel groot, zat in een rolstoel en deed heel gek!
Nadat de klas even had kunnen wennen is er uitgelegd dat dit de jongen is uit de presentatie. Welke dingen hij leuk vindt en welke dingen hij wel en niet kan. Dat de klas schrok van de grote jongen in de rolstoel was niet vreemd, de meeste van hen, hadden waarschijnlijk nog nooit iemand met een beperking gezien. Vervolgens hebben de kinderen en Bert met elkaar gespeeld. De kinderen waren snel aan Bert gewend en zagen zelfs de rolstoel na een tijd niet meer.
Zij vonden het vooral heel leuk om samen te spelen.
Wilma van Bommel, de moeder van Bert en Martje, zou graag zou willen dat kinderen met een beperking niet meer
'gek' of 'raar' of eng gevonden worden. Daarom bedacht zij in samenwerking met Oldien Voets het Kiewie-project.
'Kiewie is een vogel die niet kan vliegen,
Kiewie is anders dan alle andere vogels en
daarom kan hij moeilijk vriendjes maken.
Gaan jullie Kiewie helpen om nieuwe vriendjes te maken?'
Het Kiewie-project is een participatieproject dat zich nu nog richt op kinderen in groep 4/5 van de basisschool.
Kiewie staat voor: Leren, Ontmoeten, Spelen en Verbinden.
Het doel van het project is basisschoolkinderen kennis te laten maken met kinderen met een beperking.
Dit doen we door een educatief programma en een ontmoeting te organiseren.
Het verhaal van Kiewie gaat over een vogeltje dat niet kan vliegen. Doordat hij anders is dan de andere vogels, is het moeilijk om vriendjes te maken. Kinderen met een beperking zijn ook anders dan andere kinderen.
Vaak worden zij op jonge leeftijd uit het regulier onderwijs geplaatst, maar moeten vervolgens als zij ouder zijn, wel participeren in de maatschappij. Het gevolg is, dat de maatschappij niet goed weet hoe zij om moeten gaan met mensen met een beperking.Kinderen staan aan het begin van de bouw van onze maatschappij. Het is van belang dat we de kloof dichten die ontstaat tussen deze twee werelden van 'met' en 'zonder' beperking. Dit is in het bijzonder van belang voor gezinnen die te maken hebben met beide werelden. Nu kunnen kinderen vaak moeilijk praten over een broer of zus met beperking. Onbegrip, angst en pestgedrag komt hier vaak uit voort.
Kiewie wil de kinderen graag leren over een beperking, dat er andere manieren zijn om met elkaar te communiceren en dat de ontmoeting met de kinderen die bijzonder zijn ook heel veel mooie momenten kan opleveren.
Deze inleiding van het Kiewie-project eindigt dan ook met een verhaal over een dergelijke ontmoeting:
‘In een huis voor jongeren met een beperking woont een jongen.
Hij kan niet praten en hij kan ook niet goed tegen drukte of heel veel verandering.
Vriendjes maken is voor hem erg moeilijk.
De basisschool komt, vanuit het Kiewie-project, met een groepje kinderen bij hem op bezoek.
Het is mooi weer, dus gaan ze lekker buiten spelen.
De jongen vindt buitenspelen erg leuk en hij wil dan graag de kippen voeren.
Vandaag gaat hij de kippen ook voeren. Een jongen van de basisschool is ook dol op kippen en gaat bij hem zitten.
De jongen die 'normaal geen contact legt', kijkt de jongen van de basisschool aan en glimlacht.
Zij delen een handje kippenvoer en lachen samen om de streken van de kippen.
Een bijzonder moment, van saamhorigheid, plezier en vriendschap.
Dit maakt het verschil.’
Daarom is het Kiewie-project zo belangrijk. Een kind is eerlijk en oprecht en kan door de beperking heen kijken. Dat maakt dat het Kiewie – project een prachtig maar ook zeer belangrijk educatie en participatiemiddel is. Iedereen mag meedoen en iedereen mag er zijn.
Leren, Ontmoeten, Spelen en Verbinden